Poffertjes recepten zijn er genoeg, maar maak ze s.v.p. niet van die kant- en klare mixen. Een zelfgemaakt deeg is veel smakelijker en je kunt ermee variëren wat betreft onder andere de hoeveelheid boekweitmeel. Voor deze poffertjes heb ik hele boekweit genomen en tot een fijn meel in de keukenmachine vermalen.
Ingrediënten voor het poffertjesbeslag (100-125 poffertjes)
- 200 gr bloem
- 100 gr boekweitmeel
- 2 tl bakpoeder (of 7 gram gist laat dit gistbeslag een uurtje rijzen)
- 1 el suiker
- ½ tl zout
- 2 eieren
- 450 ml melk
- 40 gr boter, gesmolten
- boter, om in te bakken
Bereiding:
- Doe de bloem, het boekweitmeel, het bakpoeder, de suiker en het zout in een kom en meng deze door elkaar.
- Voeg de 2 eieren en 1/3 van de melk toe en klop het geheel tot een glad geheel, zonder klontjes. Voeg geleidelijk aan de rest van de melk toe en blijf kloppen.
- Meng als laatste de gesmolten boter door het beslag.
- Verwarm de poffertjespan op middelhoog vuur voor en vet deze in met boter. Vul de kuiltjes met beslag van buiten naar binnen (de “binnenste” zijn namelijk eerder gaar). Doe dit met een lepel of schenk het beslag eerst in een fles, dan is het gemakkelijk gieten.
- Bak de poffertjes tot de bovenkant gestold is, keer ze om ( dat is in het begin nogal even oefenen) en bak de andere kant bruin.
- Serveer de poffertjes (lauw) warm en serveer ze met gesmolten boter en poedersuiker of bijvoorbeeld een aardbeiensiroopje.